Deze week mocht ik rouwvrouw zijn voor vier bijzondere mannen.
Mannen die zoals het boek uit Tibet beschrijft....”er voor gekozen hebben in
totale in afhankelijkheid te leven”, door met een verstandelijke beperking te incarneren.
Mensen die als wij ze niet verzorgen, zelf niet opzoek gaan naar eten. Of niet verder komen dan de keuken kasten.
Deze vier mannen waar ik nu mee werkte zijn aan het einde van hun leven. Zijn naast hun verstandelijke beperking ook dementerend geworden. Ik geef ze een naam, omdat dat fijner schrijft. Klaas heeft kunnen lezen heeft in een tuin groep gewerkt, is een zachte man geworden die zich opkrult in zijn bed, helemaal in zich zelf gekeerd. Rinus, is verstijfd geraakt, stram, ligt het liefst in zijn bed of op het waterbed...en kan soms zo tegen werken. Je beet grijpen en niet los laten of een tik uitdelen. Willem vind ik altijd een oude zeeman, hij zal niet hebben kunnen varen vanwege zijn beperking. Maar hij heeft zo’n stoere uitstraling met zijn korte baardje en zijn gezichts uitdrukking. En Fred...Fred is vraagt iedere keer, wat moet ik nu doen? En ...gaan we al eten.
Met deze vier mannen zit ik in de woonkamer, ieder in zijn eigen rolstoel, omdat lopen niet meer gaat. Ieder in zijn schulp...terug getrokken.
Ik wrijf handen, masser ze zachtjes, zing liedjes in oren. Masseer oren en de rand van zijn schedel.
De Hapi die ik bij me ( een mini handdrum) twinkelt een zacht kerst liedje. Ik zing het engelen koor....glooooooria in exelsios deo....Er komt een glimlach op Rinus zijn gezicht. Ik beweeg me van de een naar de ander. Klaas waar ik altijd een beetje voor op moet passen, met zijn handen, kruip ik zo dichtbij dat als hij me raakt het niet zo pijn doet. En ....ik mag dichtbij komen. Zijn hand gaat vanzelf de hoogte in. Ik zing..”Sammy kijk omhoog”. We maken een dansje, hij in zijn stoel ik naast hem. Draai onder onze handen door als een ballerina, draai ik een pirouette. Zijn lach komt ook te voorschijn. Ik sla mijn hand om zijn schouders, hij komt uit zijn schulp. Hij kijkt me helder in de ogen. Rinus vraagt of dat geluid nu op kan houden, .....wanneer gaan we eten?
Rinus...ik zing een liedje van zijn naam.....(hi hi....hij heeft natuurlijk werkelijkheid een andere naam). Hij reageert op het liedje. Hij verwondert zich...misschien herkent hij het liedje wel.
Het liedje komt uit de stad waar hij geboren is uit zijn jeugd....uit een tijd dat hij veel helderder was.
Voor mijn zeeman haal ik de oceaandrum te voorschijn en laat de golven aan het strand spoelen. Terwijl ik zing over de zee....en over meisjes die loos zijn.
Ik zing over de liefde..... ik schenk ze voor deze ochtend mijn liefde.
De vaste begeleiding zien hun dierbare bewoners opfleuren, wat ook hun zo helemaal blij maakt.
Dankbaar dat ik hier vandaag was, hier wat licht mocht brengen, bij deze fijne mensen, bewoners en begeleiders.
Comments